Nieuws

Nieuwsflits - Blootstelling aan kwartsstof

14/09/2021

 

Op 21 januari 2020 werd het koninklijk besluit van 12 januari tot wijziging van titel 1 betreffende chemische agentia van boek VI van de codex over het welzijn op het werk, wat de lijst van de grenswaarden voor blootstelling aan chemische agentia betreft en titel 2 betreffende kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische agentia van boek VI van de codex over het welzijn op het werk gepubliceerd in Het Belgisch Staatsblad. Door de invoering van dit koninklijk besluit worden “werkzaamheden waarbij men wordt blootgesteld aan door een werkprocédé gegenereerd inadembaar stof van kristallijn siliciumdioxide” toegevoegd aan bijlage VI.2-2.

 

De gekendste vorm van siliciumdioxide is kwarts en is één van de meest voorkomende stoffen op aarde. De meest verspreide vorm van kwarts is zand, maar ook de meeste natuurlijke gesteenten bevatten een hoog percentage kwarts. Dit heeft tot resultaat dat heel wat (harde) bouwmaterialen worden bestempeld als kwartshoudende materialen (> 1,5 %). Door het bewerken van dergelijke steenachtige bouwmaterialen (zagen, boren, slijpen, frezen, …) komt dus inadembaar kwartsstof vrij waardoor de bouwsector, hoogstwaarschijnlijk, de grootste sector is die geconfronteerd wordt met de blootstelling aan kwartsstof. Maar ook andere sectoren/bedrijven kunnen op een bepaald ogenblik te maken hebben met de blootstelling aan kwartsstof. Denken we hierbij bijvoorbeeld aan de  medewerkers van technische diensten, die op het één of ander moment wel eens één van bovenstaande activiteiten uitvoeren.

Indeling bouwmaterialen en blootstelling

Materialen:

Zoals reeds aangegeven wordt het merendeel van de bouwmaterialen bestempeld als ‘kwartshoudende’ materialen. Het onderscheid tussen kwartshoudende en kwartsvrije materialen wordt gemaakt op basis van het percentage aanwezige kwarts (op gewichtsbasis). Wanneer de materialen meer dan 1,5% kwarts bevatten, wordt er gesproken van kwartshoudende materialen en bij een aanwezig percentage van minder dan 1% wordt er gesproken van kwartsvrije materialen.

 

 

Kwartshoudende materialen (Bron: UK Health and Safety Executive):

Blootstelling:

De hoeveelheid geproduceerd kwartsstof en de daarbij horende concentratie van blootstelling aan kwartsstof is afhankelijk van verschillende factoren en wordt onder meer bepaald door de samenstelling van de bouwmaterialen, de manier van bewerken, de wijze van ventilatie, de positie van de werknemer, …

 

De grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn opgenomen in bijlage VI.1-1 van de codex en voor kwartstof is dat momenteel vastgelegd op 0,1 mg/m³, gemeten of berekend voor een referentieperiode van 8 uur. Daarnaast wordt aan kwartsstof de vermelding ‘C’ toegekend wat betekent dat het betrokken agens valt onder het toepassingsgebied van titel 2 betreffende kankerverwekkende, mutagene en reprotoxische stoffen van boek VI van de codex over het welzijn op het werk.

 

Onderstaande tabel geeft een overzicht van de piekconcentratie bij verschillende bewerkingen en de overschrijding van de beroepsmatige blootstelling:

(bron: Bundel 156: De Risico’s van kwartstsof, Constructiv, 07/2020)

 

Gezondheidsrisico’s

Kwartsstof is een minerale stof die bestaat uit heel fijn stof dat niet of nauwelijks zichtbaar is. Bij inademing van kwartsstof kunnen de ultrafijne stofdeeltjes tot diep in de longen doordringen en zich nestelen in het longweefsel (cfr. asbestvezels). Het menselijk lichaam kan deze stofdeeltjes heel moeilijk verwijderen waardoor er op termijn blijvende schade kan ontstaan aan de longen door vorming van bindweefsel.

 

Verhoogde blootstelling kan leiden tot irritatie van de luchtwegen, longaandoeningen of kanker. De meest voorkomende, ernstige aandoeningen na (langdurige) verhoogde blootstelling aan kwartsstof zijn onder andere longfibrose (stoflong) en verschillende vormen van silicose (chronisch, versneld, acuut). Bij de diagnose van silicose is er steeds een verhoogde kans op longkanker en tuberculose.

 

Beheersmaatregelen

Om de beroepsmatige blootstelling aan kwartstof tot een minimum te beperken, moet de werkgever aan de hand van een risicoanalyse de risico’s voor zijn werknemers in kaart brengen. Op basis van de bekomen resultaten moeten de nodige beheersmaatregelen ingevoerd worden om de blootstelling onder de vastgestelde grens te houden, dit rekening houdend met de preventiehiërarchie,. Omdat het hier gaat over een blootstelling aan kankerverwekkende agentia is het aangewezen om, bij het invoeren van preventiemaatregelen, het ALARA-principe toe te passen (As Low As Reasonably Achievable). Hierbij zijn de preventiemaatregelen er op gericht om de blootstelling zo laag mogelijk te houden, zelfs ver beneden de vooropgestelde grenswaarde.

 

De risicoanalyse moet minimaal volgende onderdelen bevatten:

  • opsomming van de werkzaamheden die kwartsstof produceren;
  • bepaling van de vermoedelijke hoeveelheid van de blootstelling;
  • bepaling van de vermoedelijke blootstellingsduur;
  • opsomming van de blootgestelde werknemers;
  • onderzoek naar alternatieve werkmethodes, materialen, …;
  • beheersmaatregelen (organisatorisch, collectief, persoonlijk, procedures, hygiëne, opleiding);
  • locatie van de werkzaamheden en effect op niet werknemers;
  • gezondheidstoezicht;
  • controle van beheersmaatregelen.

 

De risicoanalyse betreffende de beroepsmatige blootstelling aan kwartsstof dient minimaal jaarlijks herzien te worden (Art. VI.2-3.).

 

Naast het invoeren van preventieve maatregelen moeten de blootgestelde werknemers de nodige opleiding krijgen en, indien noodzakelijk, dient er gepast gezondheidstoezicht voor hen opgestart te worden. (jaarlijks radiografisch onderzoek van de borstkas, Bijlage VI.1-4).

 

Als werkgever ben je niet enkel gebonden aan de preventiemaatregelen, opgenomen in de codex, maar moet er ook rekening gehouden worden met de milieueisen betreffende het vermijden van stofemissies naar de omgeving toe. Dit betreft enerzijds de algemene milieuvoorwaarden (Vlarem II afdeling 4.4.7), van toepassing op alle ingedeelde inrichtingen. Deze omschrijven de maatregelen om niet-geleide stofemissies te beperken bij o.a. opslag en transport van stuivende stoffen. Anderzijds kunnen er, afhankelijk van het type van de installatie, ook sectorale voorwaarden van toepassing zijn. Dit is bv. het geval bij inrichtingen voor de verwerking van afvalstoffen (Vlarem II hoofdstuk 5.2), in onderdelen van de bouwsector zoals betoncentrales (Vlarem II hoofdstuk 5.30) of in de cement- en kalkindustrie (Vlarem III hoofdstuk 3.4).

 

Het stofgehalte in de lucht wordt strikt opgevolgd door de Vlaamse overheid via meetstations van VMM. Deze meetstations staan verspreid over Vlaanderen op strategische locaties (bv. in de buurt van industriezones) en meten 24/24 de actuele luchtkwaliteit, om zo de grootste emissiebronnen te identificeren en het naleven van de grenswaarden te controleren. Via https://www.vmm.be/data/actuele-luchtkwaliteit kan je de luchtkwaliteit in je eigen buurt bekijken.

 

Tag
Milieu
Steven Nuyttens
Steven Nuyttens
Senior Preventieconsultant
Alle consultes experten

inschrijven nieuwsflits

vul hieronder uw e-mailadres in om maandelijks op de hoogte te blijven van het laatste nieuws op vlak van milieu en preventie.

Ik heb de privacy verklaring gelezen en goedgekeurd.